Wie bij Marvel-films nog steeds denkt aan volop actie met de Hulk en Iron Man, moet echt zijn idee van de superheldenfilms bijstellen. Marvel gaat al een tijdje een heel andere kant op en dat komt wederom tot uiting in Fantastic Four: First Steps.
Ten eerste een groot compliment voor de filmtrailers in de aanloop naar deze release. In een wereld waarin filmtrailers beter filmspoilers kunnen worden genoemd, heeft Marvel het door: stop vooral beelden uit het begin van de prent in je trailers, zodat het publiek zich daarna lekker kan focussen op wat er te zien is, in plaats van wat er eventueel nog niet is gezien. Bij Fantastic Four weet je waarschijnlijk wel ongeveer wat er gaat gebeuren, maar er is nog heel veel overgelaten om pas in de bioscoop te ontdekken.
Nog een plus: er wordt niet heel veel tijd en moeite gestoken in het uitleggen hoe de Fantastic Four tot stand is gekomen. Even snel in een paar zinnen, paar beelden erbij en klaar. Alles wat je nodig hebt weet je in een kwestie van minuten en het tempo blijft er daardoor lekker in. Slimme keuzes van regisseur Matt Shakman, want er zijn bovendien veel belangrijkere zaken die wel meer uitleg behoeven.
Dat krijgen ze alleen niet allemaal. In deze film is het hele ‘de wereld redden van de schurk’ een vrij bizar verhaal. De schurk is episch, dat is natuurlijk Galactus, maar wat zijn probleem toch precies is, dat zit in deze film erg simpel in elkaar gestoken. Denk daar vooral niet te lang over na. De situatie is nu eenmaal hoe hij is en daarin moet The Fantastic Four keuzes maken. Reed vooral, de ‘papa’ van de groep, mede omdat hij zich verantwoordelijk voelt voor hoe zijn naasten ‘Fantastic’ zijn geworden en omdat hij vader wordt.
Reed wordt gespeeld door Pedro Pascal, waarvan we ons afvragen of er nog iets is waar hij niet in speelt: we zien hem de laatste tijd wel heel erg veel voorbijkomen. Daarnaast zijn er gelukkig iets minder veelgeziene gezichten gekozen, namelijk Vanessa Kirby, Joseph Quinn en Ebon Moss-Bachrach. Hetzelfde geldt voor de schurken, gespeeld door Julia Garner en Ralph Ineson. Het is een wat minder voor de hand liggende cast bij elkaar, maar dat maakt het juist interessant om naar te kijken. Ook past het wel in het ritme van deze film dat sowieso zeker de eerste helft lekker uit de pas loopt. Er wordt meteen al actie ondernomen en dat kijkt lekker weg.
Wat het allerprettigst is om naar te kijken, dat is de setting van deze film. Het is een extreem belangrijk onderdeel van de prent: in een andere setting denk ik niet dat deze film zo goed uit de verf was gekomen. Denk aan de Jetsons, denk aan de jaren ‘60: het is allemaal heerlijk retro-futuristisch. Van de auto’s tot de babydrager en van de meubels tot de televisie: alles lijkt niet alleen uit een ander tijdperk te komen, maar misschien zelfs wel uit een andere wereld. Wel een wereld waarin we graag hadden geleefd, want het ziet er allemaal fenomenaal uit.
Leunt deze film wel heel veel op die retro-futuristische look? Zeker, maar die stijl is zo goed doorgevoerd en de film zit dusdanig origineel in elkaar, dat daar helemaal niks mis mee is. Niet alles in het Marvel-universum hoeft immers alleen maar om knokken te gaan en dat is, nogmaals, waarschijnlijk het belangrijkste dat je in je achterhoofd moet houden, terwijl de prachtige, vliegende auto’s en zilveren surfplank voorbij zweven. Ik denk dat het echt geen film voor iedereen is, maar deze Marvel relt er zodanig lekker op los in zijn ritme en zijn bijzondere casting, dat je eigenlijk voortdurend vermaakt wordt: precies zoals we dat willen van een zomerblockbuster. Welkom Fantastic Four, tot over anderhalf jaar.