Waarom burgemeesters moeten gaan Twitteren

Ruim 25% van alle Nederlandse burgemeester heeft Twitter gevonden en is ook actief. Als we dat vergelijken met anderhalf jaar geleden, zie je een flinke groei. Toen twitterde slechts een kleine 8%.

Uit onderzoek van social media bureau ‘De Hollandsche Meesters’ blijkt nu dat burgemeester maar beter kunnen gaan twitteren, want daarmee scoren ze beter bij burgers en pers dan de burgemeesters die dit niet doen.

Resultaten van het onderzoek
De gemiddelde twitterende burgemeester is een man en actief op Twitter sinds mei 2010. Hij verzendt 12 tweets per week, heeft 932 volgers en volgt zelf 305 twitteraars. Van 415 burgemeesters hebben 108 een Twitteraccount. Daarvan maken 100 burgemeesters actief gebruik. Coolen: Burgemeesters zijn heel verschillend in het gebruik van Twitter. Een enkeling begrijpt hoe Twitter in te zetten in het contact met de burger. Bijna iedere burgemeester die start met twitteren gaat ermee door.

Er zijn burgemeesters die het goed hebben begrepen, zoals burgemeester Sjaak van der Tak van de Gemeente Westland. Hij reageerde op de opmerkingen van klagende burgers op Twitter en nodigde hen via Twitter uit om met hem in gesprek te gaan. Hij belegde een bijeenkomst en liet via Twitter weten dat er met elkaar afspraken zijn gemaakt. Er zijn uiteraard ook burgemeesters die wel een account hebben, én ook een hoop volgers hebben, maar zelf nog nooit een tweet hebben verstuurd. Zoals Rob van Gijzel van gemeente Eindhoven, met 549 volgers.

Social Media maken dat burgers, maar ook journalisten, veel sneller vragen stellen of opmerkingen maken die invloed hebben op het beeld van burgemeesters in de media. Of men wil of niet, over gezagsdragers wordt gesproken. Verschillende burgemeesters waren met negatieve berichten trending topic op Twitter. Zoals burgemeester Aleid Wolfsen van Utrecht en oud-burgemeester Wilma Verver van Schiedam. Geen van deze burgemeesters is aanwezig op Twitter, met als gevolg dat er veel over deze burgemeester gesproken wordt, zonder dat zij daarop inspelen.