Nieuws21.04.2015

​Flexibilisering: niet af te doen als gevolg van economische malaise of winstbejag


Twee bijzondere cijfers: van de flexibele arbeidskrachten in Nederland ambieert de helft een vast dienstdienstverband en de flexibilisering zal rond 2020 tot 30% zijn toegenomen. Flexibilisering krijgt zo de status van ongewenst fenomeen en tegelijkertijd van een onafwendbaar verschijnsel. Een waardevrije discussie over de oorzaken is nauwelijks te voeren, maar dat de cijfers op gespannen voet met elkaar staan, lijkt me duidelijk.

De constatering dat het aantal flexwerkers toeneemt, wordt gepresenteerd als onontkoombaar. Het is te simpel het af te doen als slechts een gevolg van economische malaise of winstbejag. Onzekerheid over winst of voortbestaan van ondernemingen is zeker onderdeel van de aanleiding. Maar dat we in Nederland vaste dienstverbanden als meest begeerlijke arbeidsverhouding zijn gaan beschouwen, is bijzonder, hoewel historisch enigszins verklaarbaar.

Vijftig jaar economische voorspoed gecombineerd met een gematigd socialistisch en religieus-charitatief klimaat, heeft ons aangezet zekerheden te creëren van wieg tot graf. In het spanningsveld waarmee de sociaalliberale coalitie zichzelf heeft opgescheept, zet de politiek in op meer vastigheid voor flexibele arbeidskrachten. Dat levert een wangedrocht aan regelgeving op dat slechts schijnzekerheid oplevert. Wanneer het hele bouwsel lijkt te wankelen onder invloed van grote sociale, demografische, economische en technologische veranderingen, blijkt eens te meer dat we die zeer recente verworvenheden als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen.

De aanleiding voor deze verschuivingen zijn echter niet zo ver van ons verwijderd als we graag willen geloven. De economische veranderingen zijn een gevolg van ons gezamenlijk handelen, niet van iets dat buiten ons staat of waar “anderen” schuldig aan zijn. Technologische veranderingen worden omarmd waar ze ons goeddunken, maar als het aan onze bestaanszekerheden raakt, zijn ze plotseling verwerpelijk.

De snelheid waarmee dat gedrag door diezelfde technologie de economie beïnvloedt, is een nieuw verschijnsel. Het consumentengedrag – steeds meer gericht op maatwerk, Instant Return en kopieergedrag – vormt de hoofdoorzaak voor die onzekerheid over winst en voortbestaan van veel ondernemingen. Wat vandaag in is, is morgen uit en overmorgen wil je er niet eens meer dood mee aangetroffen worden. Prijzen en gewildheid van alles dat er te koop is, worden op internet bepaald en de vox populi beslist wat vandaag de trend is. Eén misstap of juist een BN’er die er mee gezien wordt en je omzet gaat heel andere kanten uit dan verwacht. Wat doe je dan met je personele over- of ondercapaciteit? Zo bijt de consument zichzelf in de staart, maar zou het wel lekker vinden als hij niet zelf de gevolgen zou moeten ondervinden.

Een uiterste elementair economisch dilemma. Een antwoord zoeken, levert prachtige luchtfietserij en zwaar normatieve oplossingen op. Zinloos dus. Ik ben echter wel optimistisch genoeg om er vanuit te gaan dat we ook hier wel weer een oplossing voor weten te vinden. Nu al, zie ik ernaar uit om over twintig jaar een artikel te plaatsen over die 30% van de bevolking die om een of andere reden uitgesloten wordt van toegang tot flexibele arbeid. Want dat is dan toch de norm?

Deze blogpost is geschreven door Marco Cevat, Chief Executive & Consulting Manager VirtualCC.

GebLuchtKoker50pct
GebLuchtKoker50pct