​Privacy prikkel

​Privacy prikkel

Vorig artikel Volgend artikel

"U wilt mijn naam, leeftijd en muziekvoorkeur weten, en de contactgegevens van mijn vrienden? Dat is dan € 19,95 alstublieft." In werkelijkheid gaat het natuurlijk niet zo. Wij, gebruikers van allerlei online diensten, geven onze gegevens zomaar weg, gratis en voor niks. Dat is eigenlijk raar, want bedrijven verdienen heel veel geld met onze persoonsgegevens. Dus eigenlijk is het net alsof we ze grote goudstaven of vaten olie cadeau doen. Internetbedrijven bieden ons allerlei “gratis” diensten aan. Maar die diensten zijn alles behalve gratis. Wij betalen met onze privacy.

Toch speelt de economische waarde van persoonsgegevens nauwelijks een rol in de privacy discussie. Voor het beschermen van onze privacy kijken we vooral naar de privacywetten. Maar er zijn ook andere, sterke prikkels om onze privacy te beschermen. Die moeten we veel bewuster en strategischer gebruiken.

Privacybescherming

Privacybescherming is in de EU de verantwoordelijkheid van de Eurocommissaris voor Justitie en Consumentenbescherming. Dat is ook goed zo. Maar ooit behoorde privacybescherming tot de bevoegdheid van de Eurocommissaris interne markt. En in de Verenigde Staten valt een groot deel van de Amerikaanse privacy wetten onder de Federal Trade Commission. Een meer economische kijk op persoonsgegevens en bescherming daarvan, komt dus niet helemaal uit de lucht vallen.

Allereerst moeten persoonsgegevens veel meer worden meegewogen in mededingingszaken. In 2008 kwamen zowel de Europese Commissie als de Amerikaanse toezichthouder FTC tot de slotsom dat de fusie van de Google zoekmachine en adverteerder DoubleClick onproblematisch was vanuit concurrentieperspectief, aangezien het twee geheel verschillende soorten bedrijven waren, met verschillende activiteiten en verschillende markten. Zo’n beslissing zou vandaag de dag, tien jaar later, ondenkbaar zijn. De gecombineerde macht van een zoekmachine en een adverteerder zou nu niet meer worden onderschat. Maar nu moet de volgende stap worden genomen: mededingingsregels actief inzetten om marktdominantie van een bedrijf dat persoonsgegevens verwerkt, uit te sluiten.

Internetgiganten

De aanwezigheid van Amerikaanse (of Chinese, of Russische) internetgiganten die een bijna-monopolie hebben in Europa, is uiterst onwenselijk, zowel vanuit het perspectief van gezonde concurrentie, als van privacybescherming. Er gaan wel eens geluiden op om diensten van bijvoorbeeld Google of Facebook als publieke diensten te beschouwen, en ze onder de relevante wetten te laten vallen. Dat zou een nogal drastische stap zijn. Maar helder is dat monopolies op diensten die iedereen nodig heeft, niet aanvaardbaar zijn. Daarom is het essentieel dat in de interne markt eindelijk de nationale barrières worden afgebroken, zodat er ook grote Europese spelers kunnen ontstaan, voor een gezonde concurrentie. Er zijn genoeg slimme uitvinders en ondernemers in Europa. Maar in een markt die feitelijk uit 28 verschillende nationale hokjes bestaat, is het vrijwel onmogelijk een echte internetreus op te bouwen.

GAFA taks

De Franse President Macron kreeg bijval voor zijn voorstel voor een GAFA taks: belasting op de winsten van de internetgiganten Google, Apple, Facebook en Amazon. Veel mensen vinden het niet rechtvaardig dat die bedrijven wegkomen met zeer lage belastingtarieven. Maar misschien is er wel een slimmere taks mogelijk: een taks op het gebruik van persoonsgegevens.

Op allerlei terreinen - vervuilen, energieverbruik, consumptie - gebruiken we belastingen om gedrag te beïnvloeden. In het huidige verdienmodel van adverteerders zit een sterke prikkel om zoveel mogelijk persoonsgegevens te verzamelen. Als er een prijskaartje hangt aan het gebruik van persoonsgegevens, is er juist een sterke prikkel om dat te beperken. Hetzelfde geldt voor overheden die verlekkerd kijken naar persoonsgegevens, onder meer voor massasurveillance, en bedrijven dwingen gegevens veel langer te bewaren dan eigenlijk nodig is. De kosten voor de opslag én het gebruik van persoonsgegevens moeten worden opgenomen in de openbare begroting, zodat er een publieke, politieke afweging komt, als rem op de ongebreidelde gegevensopslag.

De technologische vooruitgang biedt ons fantastische nieuwe mogelijkheden die we met beide handen moeten aangrijpen. Het belang van privacybescherming wordt inmiddels eveneens breed onderkend. Strakke privacywetten en goede handhaving zijn essentieel, maar niet genoeg. Economische en fiscale middelen moeten ook worden ingezet als prikkel voor bedrijven en overheden om onze privacy te beschermen in plaats van een prikkel om haar te schenden. Een speciale Eurocommissaris voor Privacybescherming in de volgende Europese Commissie zou hier goed het voortouw op kunnen nemen en zorgen voor betere privacy op alle beleidsterreinen.

[Afbeelding © dolphfyn- Adobe Stock]

Sophie in 't Veld

Sophie in 't Veld is fractievoorzitter voor D66 in het Europees Parlement en vicevoorzitter van de Europese liberalen (ALDE). In 't Veld is woordvoerder...

Reageren is uitgeschakeld omdat er geen cookies opgeslagen worden.

Cookies toestaan Meer informatie over cookies