In een toespraak in Parijs heeft Brad Smith, Vice Chair en President van Microsoft, vandaag twee nieuwe initiatieven aangekondigd die speciaal zijn gericht op Europa. Niet met grote woorden over snelheid of schaal, maar juist over iets dat vaak vergeten wordt in de race rond kunstmatige intelligentie: taal en cultuur.
Volgens Smith is het simpel. Als AI vooral wordt gevoed met Engelstalige data, afkomstig van Amerikaanse websites, dan krijgt de digitale toekomst automatisch een Angelsaksisch perspectief. En dat is een probleem, want Europa telt ruim 200 talen en een ongekend rijk cultureel erfgoed. “Technologie moet de rijkdom van de mensheid weerspiegelen – niet uitwissen,” aldus Smith.
Microsoft richt zich op twee dingen: het beter ondersteunen van Europese talen in AI, en het digitaal bewaren van belangrijk erfgoed.
In Straatsburg worden twee nieuwe innovatiecentra geopend. Die moeten gaan werken aan de beschikbaarheid van meertalige data voor AI. Niet alleen in het Engels, Frans of Duits – maar juist in minder zichtbare talen zoals Ests, Slowaaks, Maltees en zelfs regionaal gesproken talen als het Alsacisch.
Samen met onder meer Hugging Face, Common Crawl en de Universiteit van Straatsburg gaat Microsoft datasets verzamelen, tools ontwikkelen en onderzoekers ondersteunen. Er komt zelfs een subsidieprogramma waarbij organisaties vanaf september een voorstel kunnen indienen om digitale content in ‘kleine’ Europese talen beschikbaar te maken. Het budget: tot $1 miljoen aan Azure-tegoed.
Daarnaast wordt het Culture AI-programma flink uitgebreid. Blikvanger: een volledige digitale replica van de Notre-Dame in Parijs, die eind 2024 na jaren van restauratie weer openging voor publiek. Microsoft maakt die digitale kopie samen met het Franse bedrijf Iconem en doneert het resultaat aan de Franse staat.
Maar het gaat verder dan alleen die beroemde kathedraal. Ook 1.500 historische modeldecors van de Opéra de Paris (uit de periode 1800–1914) worden gedigitaliseerd. En in het Musée des Arts Décoratifs wordt gewerkt aan het ontsluiten van zo’n 1,5 miljoen objecten – van middeleeuwse meubels tot moderne designstukken.
Het probleem dat Microsoft wil tackelen, is groter dan alleen cultuur. Het raakt ook aan economische kansen. Veel AI-tools werken gewoon niet goed in minder gebruikte talen. Wie bijvoorbeeld in Malta woont en alleen Maltees spreekt, kan veel minder met AI-toepassingen voor marketing of klantenservice. En dat geldt ook voor studenten, ondernemers en overheden in andere delen van Europa.
Volgens de Europese Commissie gebruikt op dit moment slechts 13,5% van de Europese bedrijven AI. Door taaldrempels weg te nemen, zou de interne markt binnen de EU met honderden miljarden kunnen groeien.
Wat opvalt aan de aanpak van Microsoft: het bedrijf claimt géén eigendom over de verzamelde data of tools. Alles wordt gedeeld met Europese instellingen, onderzoekers en ontwikkelaars. Via open platforms zoals Hugging Face en Common Crawl wordt data breed toegankelijk gemaakt.
Ook worden praktische obstakels aangepakt, zoals de manier waarop AI omgaat met niet-Latijnse schriften (denk aan Grieks, Cyrillisch of Arabisch) en hoe je zeldzame talen kunt versterken met synthetische data, zonder de privacy of culturele integriteit aan te tasten.
Tot slot zet Microsoft ook in op onderwijs. Er komen nieuwe samenwerkingen met universiteiten in Frankrijk en Spanje om AI-onderzoek te stimuleren rondom zogeheten ‘low-resource languages’. Studenten krijgen toegang tot data, ondersteuning van Microsoft-experts en kunnen meedoen aan praktijkprojecten.
De onderliggende boodschap is helder: Microsoft ziet zichzelf als partner in een groter Europees project. Niet als eigenaar, maar als ondersteuner.
Met deze stappen wil Microsoft niet alleen AI inclusiever maken, maar ook voorkomen dat hele talen en culturen in de digitale vergetelheid raken. Want als AI straks ons dagelijks leven mede vormgeeft – van zoekresultaten tot klantenservice, van ondertiteling tot onderwijs – dan is het van levensbelang dat iedere stem telt. Ook die uit Tallinn, Valletta, Amsterdam of Straatsburg.
Fotocredits: Microsoft