Nog steeds beginnen 60% van de internet sessies met het door de gebruiker intypen van (een aantal) trefwoorden in een zoekmachine, meestal Google, op zoek naar bekende en nog onbekende inhoud van webpagina’s. De gebruiker vertrouwt daarbij op de kwaliteit van de algoritmes, waarvan niemand overigens de details precies kent, van de zoekmachine voor het krijgen van relevante links. We weten ook dat de meeste van die gebruikers niet verder kijken dan de eerste resultaatpagina, meestal met zo’n 10 suggesties.
Het belang van aanbieders van webpagina’s om bij bepaalde ingetypte trefwoorden bij de eerste 10 te verschijnen is dan ook groot. Rond deze behoefte is een hele bedrijfstak ontstaan die zich bezig houdt met Search Engine Optimalization (SEO). Maar volgens sommige geleeerden is SEO nu dood! Dus op zoek naar andere middelen voor online marketing.
Maar Google heeft recentelijk haar algoritmes zo aangepast en zoekresultaten steeds meer afgestemd om de persoonlijke context van de gebruiker, dat aan de effectiviteit van de gebruikelijke SEO-technieken wordt getwijfeld. In ieder geval wordt de mogelijkheid om objectief de effecten van je SEO activiteiten te meten steeds minder. De kreet “SEO is dood” stijgt dus overal op, recentelijk nog in een artikel van Eric Sherman en Linda Ruth.
Waar Linda Ruth voor pleit is SEO te verruilen voor OAO. Afgezien van dat die afkorting niet lekker bekt, staat het voor “Online Audience Optimization“, Haar 9 tips voor een goede OAO strategie zijn vooral een korte samenvatting van een NIMA-module; kortom aanbevelingen die behoren tot de (soms ouderwetse als het gaat over merken en doelgroepen) standaard uitrusting van een marketeer. Niets nieuws onder de zon, tenzij haar pleidooi om voor de effectiviteit van je marketing ook de sociale media in ogenschouw te nemen en je niet blind te varen op alleen maar trefwoord optimalisatie door de juiste trefwoord dichtheid in de webteksten te plaatsen je een nieuw inzicht geeft. Immers sociale media is belangrijk voor je de communicatie met de gebruikers en speelt zich grotendeels af buiten de resultaten van de zoekmachines.
Zo pleit zij overigens – terecht – voor:
“3. Cast a wide net. Today, social media provides one of the strongest correlations with high search engine rankings. Build out your presence on social media and content sharing sites, but focus especially on Google Plus, Facebook, Twitter, YouTube and Pinterest.
4. At the same time, cast a targeted net. Your goal is not to bring the maximum number of visitors to your site. It is to capture potential audience members. Working to increase site traffic is pointless if the visitors who land on the site don’t stay. With that in mind, search for and connect with those people who need the content that your site offers. Stay away from empty promises in both SEO and SEM.
5. Encourage audience participation. Time on site and bounce rate are two of the main indicators that search engines use to evaluate sites and, hence, two of the main factors for site searchability. There are few metrics more significant in building and maintaining your audience and your presence in the search engines. Build audience engagement through polls, quizzes, reader-submitted content, sharing and comments.”
Let op Google+ in haar opsomming van social media. Online marketeers lijken dit platform wat te negeren, maar voor Google is dit de bron voor een (bedrijfs)profiel die daarmee de gebruiker/bedrijf Google context geeft. Onderschat de snelheid van de groei van dit Sociale Netwerk en het belang dat Google er aan toekent niet.
Iedereen die met online marketing te maken heeft en de wat breder georiënteerde SEO-specialisten weten dat al heel lang en hebben daar ook al een afkorting voor: SMO (Social Media Optimization). Dus waar Linda feitelijk voor pleit is SMO naast SEO uitgevoerd door een ervaren marketeer en ze noemt dat OAO.
Het daarmee bagataliseren van SEO, want dat omvat meer dan het focussen op keywoord density, vind ik niet terecht. Dus eerst even terug naar de zoekmachines en het optimaliseren van haar resultaten.
Wat het internet maakt tot het ongekende succes van het internet is niet alleen de onmeetbare omvang van de aanwezige informatie, maar door zijn omvang vooral ook de intelligentie van de zoekmachines die voor de gebruiker orde te scheppen in het voor hem relevante aanbod. We vinden het zo vanzelfsprekend dat Google, Bing , Yahoo , Baidu en Yandex ons relevante verwijzingen geeft op de door onze ingetypte trefwoorden, dat we bijna vergeten hoe revolutionair en vernieuwend de eerste algoritmes waren die Page en Brin in hun nieuwe zoekmachine Google vanaf 1998 toepasten.
Wat Google recentelijk met de Hummingbird update heeft veranderd in haar logaritme van de zoekmachine heeft effect gehad op twee zaken.
Ten eerste: de resultaten die een individuele gebruiker als resultaat te zien krijgt zijn variabel en steeds persoonlijker. In de eerste dagen van de zoekmachine kreeg iedereen in de wereld dezelfde lijst te zien bij het intypen van bepaalde trefwoorden. Al snel werden deze resultaten op taal en land gedifferentieerd. Maar nu houdt Google bij het vaststellen van de volgorde rekening met de historie van de zoekvragen, eerder aangeklikte resultaten, lokaliteit van de zoeker. Mogelijk ook, we weten het niet zeker, met inhoud van je gmail correspondentie en Google+ profiel/timeline. Daarnaast verschilt de volgorde soms met de browser die je gebruikt. Kortom: iedereen krijgt nu wat anders te zien en er is geen genormaliseerde resultaten pagina meer, en dus kan de resultaten van jouw SEO inspanning niet meer met zekerheid worden gemeten.
De tweede wijziging heeft te maken met de mate waarin Google rekening houdt met de (taalkundige, semantische) betekenis van de context van de zoekvraag. Dat sluit beter aan bij de natuurlijke wijze waarop wij in het dagelijkse gebruik taal gebruiken. Wij hebben in de snelheid van lezen en spreken meestal geen enkele moeite om woorden met meerdere betekenissen (homoniemen) goed uit elkaar te houden, en verschillende woorden voor de aanduiding van hetzelfde begrip (synoniemen). Dat doen onze hersenen foutloos omdat ze zich steeds bewust is van de context waarin deze begrippen door wie worden gebruikt. Google neemt steeds meer de context van de zoeker en de ingetypte zoekvraag in ogenschouw.
De laatste verandering van Google zal voor een gebruiker meer zichtbaar effect hebben als hij/zij met meerdere trefwoorden, of gewone natuurlijke zinnen zijn zoekvraag formuleert. Een zin geeft immers meer semantische context dan twee losse ingetypte trefwoorden. Zelfs twee woorden tussen aanhalingstekens “dick ahles” geeft al meer context dan zonder aanhalingstekens.
Nog steeds hebben heel veel bedrijven websites, naast steeds meer Facebook, LinkedIn pagina’s en Twitter accounts. Nog steeds willen heel veel van die bedrijven verkeer naar hun sites hebben, en als dat niet goed lukt dan kan dat de ondergang van de online activiteiten betekenen. Dus dat Google je weet te vinden is nog steeds, naast sociale media voor heel veel bedrijven heel belangrijk.
Nu bestaat SEO uit drie onderdelen die allemaal goed moeten gebeuren. De eerste is de techniek van de website, die Google in staat moet stellen om de pagina’s überhaupt snel en efficiënt te indexeren. Een bedrijf die dat negeert doet zich ten onrechte te kort.
Het tweede is de populariteit. Tot voor kort alleen te beïnvloeden door zogenaamde backĺinks, dus website die naar jouw pagina’s verwijzen, maar tegenwoordig kijkt Google steeds meer naar de relevantie van die links dan naar het aantal, en naast de backlinks is de populariteit af te meten aan het activiteiten niveau op social media.
Ten slotte gaat het om de (tekstuele) inhoud van de site en de daarin voor Google te onderscheiden relevante trefwoorden. Dit laatste goed op de rit hebben is niet alleen voor Google van belang, maar ook voor de leesbaarheid van je site voor de te verwachten bezoekers. Het probleem daarbij is meestal niet het maken van een lijstje van trefwoorden waarop je wilt optimaliseren voor de zoekmachines, maar het feit dat de exploitant van de dienst vaak niet exact weet waar zijn potentiële doelgroep op zoekt.
Wat dat betreft verwijst Eric Sherman in het hier bovengenoemde artikel naar Brian Clark:
“One hour a day, read. Read everything in the world except your business. Read junk. Very much junk. Read so that anything that interests you will stick in your memory. Just read, just read, just read… There is your audience. There is the language. There are the words that they use.
Clark takes this to mean that you have to understand the language and words people use so you know how to talk to them. I’ll take it a step further. Not only do you need to know how they talk, which lets you better guess how they might specifically look for what you offer, but you also need to understand what they find funny. What scares them. What is important to them. How they think. Until you do, they’re only marks and you do nothing more than run calculated cons. After you do understand them, they’re real people and you might find yourself caring a bit about them. Good–care more.”
Zo leren we wat onze klanten bewegen en hoe ze spreken en dus welke trefwoorden men zal gebruiken bij eventuele zoekacties.
Ten slotte iets over de ‘sneer’ in het artikel van Linda Ruth over meta-tags. Het klopt dat Google naar de meeste tags inhoudelijk niet kijkt, omdat daarmee in het verleden te vaak getracht is Google te misleiden, maar iedere online marketeer die samen met zijn opdrachtgever en webbouwer werkt aan een effectieve site doet er goed aan de metatags voor titel, omschrijving, trefwoorden serieus in te vullen. Het fungeert dan als een toelichting en handleiding voor de inhoud van de pagina voor het hele team. Het is de manier waarop SEO zijn toelichting inzichtelijk kan maken en vormgevers en redacteuren op het juiste spoor kan houden. Het is dan te vergelijken met een goede programmeur die gewend is met commentaar de uitleg van de structuur van het programma zelf vast te leggen. Dat scheelt een aparte handleiding en maakt het voor eventuele opvolgers een stuk gemakkelijker te begrijpen wat en waarom er gebeurd is.
Samenvattend. SEO is niet dood, search is nog steeds hot, en nog steeds van belang voor bedrijven om gevonden te worden, zelfs als we niet meer exact kunnen voorspellen wat een individuele gebruiker van de (Google) zoekmachine als resultaat bij zijn zoekvraag te zien krijgt. Daarnaast is voor iedere online marketeer het voor het bedrijf optimaliseren van het gebruik van Sociale Media onvermijdelijk. Laten we dat gewoon Social Media Optimization blijven noemen.
En voor beide, SEO en SMO, is het van belang dat de exploitant van de online dienst en diens marketeers de taal spreken van de potentiële gebruikers.
Jeroen is al meer dan 15 jaar betrokken bij Dutchcowboys. Voornamelijk als digital content creator. En dan voor alle titels van The Blogidea Factory. Liefhebber van advertising, entertainment, tech, gadgets, en eigenlijk alles online.
Verder lezen over Google
Video10.04.2024
Search04.04.2024
Search07.03.2024
Coffee corner29.02.2024
Online22.02.2024
Gadgets31.01.2024
Mobile29.01.2024
Online19.01.2024
Verder lezen over SEO
Search07.03.2024
DC Business18.12.2023
Search15.08.2023
Online21.05.2023
DC Business09.05.2023
Search11.04.2023
Search28.03.2023
Search13.03.2023