Kennis van kunstmatige intelligentie is volgens Europese CEO’s de belangrijkste vaardigheid voor leiders van morgen. Dat blijkt uit het nieuwe onderzoeksrapport ‘Towards the C-suite 2035’ van recruitment- en consultancybureau Robert Half. De boodschap is kraakhelder: leiderschap in het digitale tijdperk vraagt om technologische intelligentie – niet alleen visie en ervaring.
AI dringt diep door in organisaties, maar de bestuurskamer blijft vaak achter. Volgens het rapport ziet 84% van de ondervraagde Europese topmanagers kennis van AI als de meest cruciale competentie voor de leiders van morgen. Er is een omslag gaande: het klassieke beeld van de intuïtieve leider maakt plaats voor iemand die digitale wendbaarheid en technologische geletterdheid in het DNA heeft.
“In steeds meer bedrijven wordt AI al ingezet in operationele afdelingen, maar op C-level ontbreekt het vaak nog aan voldoende digitale slagkracht,” zegt Justin Dorst, Director Senior & Executive Placements bij Robert Half. “Strategische beslissingen moeten op korte termijn niet alleen visionair zijn, maar ook stevig geworteld in technologische realiteit.”
Het rapport toont aan dat 7 op de 10 topmanagers verwacht dat besluiten over tien jaar data- en AI-gedreven zijn. Opvallend is dat bijna de helft benadrukt dat menselijke waarden daarbij niet uit het oog mogen worden verloren. Eén op de tien ziet zelfs een toekomst waarin AI alle besluiten neemt, maar dat hoeft volgens Dorst niet per se negatief te zijn.
“AI is een katalysator,” stelt hij. “Geen bedreiging. Het is een partner die inzichten verscherpt en beslissingsprocessen versnelt. Daardoor komt er juist ruimte vrij voor dat wat een leider onmisbaar maakt: visie, crisisbeheersing, stakeholdermanagement en het ontwikkelen van talent.”
In Nederland loopt het bedrijfsleven nog niet voorop. Volgens cijfers van het CBS staat Nederland zesde in Europa wat betreft het gebruik van AI in bedrijven. De voornaamste reden waarom bedrijven AI links laten liggen? Gebrek aan ervaring. Die kloof is zorgelijk, vooral op bestuursniveau.
Om dat gat te dichten, zetten veel bedrijven in op bijscholing. Zes op de tien topmanagers wil AI-opleidingen volgen, en bijna de helft ziet ook kansen in bredere trainingen rondom digitale transformatie en data-analyse. Daarnaast ziet 31% van de ondervraagden potentie in micro-learning: continue, kleine leermomenten om kennis op peil te houden in een snel veranderend speelveld.
De toekomst van leiderschap draait niet alleen om weten, maar ook om durven. Bedrijven die het verschil willen maken, creëren volgens Dorst een cultuur waarin experimenteren, mislukken en leren normaal is.
Vooruitstrevende organisaties geven hun leiders ruimte om te verkennen: via innovatielabs, pilotprojecten of strategische allianties. Het doel is duidelijk: vertrouwd raken met technologische toepassingen zonder een hardcore techachtergrond nodig te hebben.
De bestuurskamer staat aan de vooravond van een fundamentele transformatie. Technologie, en in het bijzonder AI, wordt het nieuwe fundament onder besluitvorming, strategie en leiderschap. Organisaties die daar nu op inspelen, bouwen niet alleen aan een voorsprong – ze bouwen aan toekomstbestendig leiderschap.