​Tech-revolutie in China: ‘We moeten nu in actie komen’

​Tech-revolutie in China: ‘We moeten nu in actie komen’

Vorig artikel Volgend artikel

China is in een recordtempo uitgegroeid tot een technologische mastodont. Het Aziatische land is de bakermat voor innovaties op het gebied van machine learning en AI. Het Westen staat erbij en kijkt ernaar. “We kunnen niet afwachten en niets doen, want dan zijn we over enkele jaren van ze afhankelijk”, waarschuwt de Deense journalist, auteur en China-expert Christina Boutrup tijdens het SAP ExecutiveDigitalExchange evenement in Amsterdam.

In haar nieuwste boek ‘The Great Tech Revolution’ beschrijft Boutrup de groeiende machtspositie van China op de technologiemarkt. Veel van die Chinese ontwikkelingen zijn voor het Westen relatief onzichtbaar. “De meeste ontwikkelingen vinden plaats binnen de eigen landsgrenzen. Maar inmiddels kijken steeds meer Chinese bedrijven over de grens. Een groeiend aantal organisaties heeft zijn zinnen gezet op expansie in het buitenland.”

Made in China 2025

In die expansiedrift weten ze zich gesteund door de Chinese overheid. Het overheidsproject ’Made in China 2025’ heeft als doel het Aziatische land te laten uitgroeien tot frontrunner in de hightechindustrie. “Als ze die positie bundelen met hun vermogen om goedkoop te produceren, dan hebben we in het Westen een groot probleem. We verliezen niet alleen onze eigen marktpositie, maar lopen we ook het risico enorm afhankelijk te worden van Chinese technologie en diensten.”

Voorbeelden van die technologische superioriteit zijn er genoeg. Chinese bedrijven lopen bijvoorbeeld mijlenver voor op het gebied van social commerce, een fenomeen dat nog vrijwel onbekend is in het Westen. Een goed voorbeeld is een nieuwe app die momenteel in populariteit groeit als kool: Pinduoduo. De app moedigt gebruikers aan medestanders te vinden voor gezamenlijke aankopen. Zijn er genoeg medestanders gevonden, dan kunnen ze samen de producten met enorme kortingen tot wel 90 procent kopen.

Een slim mechanisme dat momenteel de e-commercemarkt in het Aziatische land volledig op zijn kop zet. Giganten als JD.com en Alibaba zien het met lede ogen aan. Zo’n drie jaar na oprichting heeft Pinduoduo meer dan 400 miljoen gebruikers en een waarde van ruim 17 miljard euro.

AI en ML

Veruit de grootste voorsprong heeft China momenteel op een ander gebied: kunstmatige intelligentie. De belangrijkste driver van ontwikkelingen op dit gebied is de Chinese overheid. De eenpartijregering heeft met allerlei AI-gedreven projecten zijn grip op de Chinese samenleving verstevigd. “Overal hangen camera’s, aangesloten op systemen vol burgerdata. Zo sporen ze voortvluchtige criminelen op, en spotten ze verkeersovertreders.”

De overheid experimenteert volop met het beruchte sociaal kredietsysteem, waarbij burgers worden beoordeeld op ‘goed gedrag’ in de openbare ruimte. Een teveel aan strafpunten kan resulteren in uitsluiting van de huizenmarkt, of bijvoorbeeld tot beperkingen van de kredietmogelijkheden. Ook scholen experimenteren met het monitoren van hun leerlingen. Met behulp van algoritmen bepalen ze welke leerlingen een actieve houding hebben in de les, en welke er met de pet naar gooien.

Chinezen gebruiken ID-checks via gezichtsherkenning voor de gekste dingen. Bijvoorbeeld voor het kopen van een kaartje in het OV, of voor het betalen in een winkelcentrum. Slimme spiegels in fashionwinkels herkennen klanten en geven modeadviezen. Zelfs in openbare toiletten is gezichtsherkenning aanwezig. Toiletpapier krijg je alleen na een gezichtsscan. Zo voorkomen ze diefstal van wc-rollen.”

Privacyzorgen?

Onder de oppervlakte van al die technologische hoogstandjes loert een gevaar. Privacy en mensenrechten staan onder grote druk. Toch maakt de gemiddelde Chinese burger zich over dat privacyaspect minder zorgen dan wij. “Ze zijn gewend dat de overheid overal meekijkt en -luistert. Het geeft hen ook een gevoel van veiligheid. De overheid claimt dat ze een terrorist in de openbare ruimte binnen drie minuten kunnen opsporen. Dat is vermoedelijk geen overdrijving.”

“Het is de vraag of de manier waarop de Chinese overheid omgaat met privacy houdbaar is”, werpt Boutrup op. “Diverse machtige en steenrijke leiders in de Chinese zakenwereld hebben zich inmiddels uitgesproken tegen deze praktijken. Daarnaast heeft de Chinese overheid een nieuwe standaard rondom dataprivacy ingesteld, geïnspireerd door de GDPR. Wanneer bedrijven te veel inbreuk maken op de dataprivacy van burgers, dan kan de overheid mogelijk hoge boetes opleggen. De overheid zal zelf nooit kunnen voldoen aan zijn eigen spelregels, maar bedrijven hebben dus niet helemaal vrij spel.”

Tijd voor actie

Deze positieve ontwikkelingen zijn als het aan Boutrup ligt geen reden voor passiviteit. “Als hun 2025-plan lukt, dan zijn wij voor allerlei zaken afhankelijk van Chinese technologie. Bijvoorbeeld voor connectiviteit, voor gezondheidszorg, voor automotive. Nu is het moment om in te grijpen en te voorkomen dat China ons over enkele jaren in de tang heeft.” Boutrup geeft hiervoor een aantal tips:

1. Leer van de meester

In China hanteren ze een voor hen belangrijk uitgangspunt: leer van de meester. “Hun hele cultuur is met dat idee doordrenkt. We kennen het uit de martialartsfilms, waar leerlingen eindeloos de stijl en bewegingen van hun meester imiteren tot ze de kunst tot in perfectie beheersen. Dat uitgangspunt hanteren ze op veel meer gebieden, waaronder in het bedrijfsleven. China is ijzersterk in het kopiëren van succesvolle concepten. Ze nemen uit bestaande vindingen de beste aspecten en bouwen daarop voort tot hun eigen product het origineel overstijgt.

Denk aan hun eigen alternatieven voor WhatsApp: WeChat. Het platform van de Chinese techgigant Tencent is begonnen als een soort kopie van WhatsApp, maar is inmiddels veel geavanceerder. Chinezen doen er alles mee. Daten, kaartjes kopen voor het theater, mobiel betalen. Dat is hun kracht: ze pakken de beste aspecten van een bestaand concept. Ze bouwen dat vervolgens ofwel goedkoper na, of verbeteren het tot iets dat het origineel ver overstijgt.”

In het Westen hebben we niet zoveel op met dat kopieergedrag. Volgens Boutrup een gemiste kans. “Westerse bedrijven moeten altijd per se uniek en onderscheidend zijn. Dat krijgen we al vanuit het onderwijs mee. Daar is op zich niets mis mee, maar we maken het ons daarmee wel erg lastig. Het overnemen van goede ideeën en daarop voortborduren, zoals Chinese bedrijven dat ook doen, is veel eenvoudiger.”

2. Ga data verzamelen in China

Als westers techbedrijf kun je aardig het gevoel hebben dat je in de tang zit. China kan goedkoper produceren, en in Europa hebben we strenge privacyregels. “Zolang China nog geen uitgekristalliseerde privacywetgeving kent, kun je daar als bedrijf je voordeel uit halen. De komende jaren kun je daar enorme hoeveelheden data verzamelen, die data naar Europa brengen en zo je innovatie versnellen. Nu kan het nog, over enkele jaren is de privacywet daar wellicht ook actief. En dan is het te laat.”

Als voorbeeld van een kansrijke sector voor vestiging in China noemt Boutrup de gezondheidszorg, en dan met name de medicijnindustrie. “China heeft niet de knowhow en de ervaring in deze sector om op eigen kracht uit te groeien tot wereldspeler. Daarom heeft de overheid het voor westerse spelers uit deze branche erg aantrekkelijk gemaakt om zich in China te vestigen. Dat biedt natuurlijk kansen, al is het wel uitkijken dat China via deze weg niet alsnog uitgroeit tot frontrunner op dit gebied.”

3. Houd vast aan onze eigen ethiek

Europa neemt met de GDPR een unieke positie in op het wereldtoneel. Nergens anders is privacy zo belangrijk als hier. Die positie moeten we als het aan Boutrup ligt vooral vasthouden. Ook al remt het innovatiesnelheid. “Langzaam is goed. Wij ontwikkelen misschien op een lager tempo dan de Chinezen, maar we doen het wel vanaf het begin af aan op de juiste manier. In China gaat de ontwikkeling veel sneller, maar zij staan pas achteraf stil bij de ethische consequenties. China kan veel leren van de manier waarop Europese technologiebedrijven als SAP omgaan met privacy en ethiek. Daar moeten we dan ook vooral aan vasthouden.”

4. Zoek de samenwerking op met Chinese bedrijven

Volgens Boutrup moeten we veel vaker de samenwerking opzoeken met Chinese techbedrijven. Andersom gebeurt dit al, en met goede redenen. “Zo heeft Tencent enkele maanden geleden actief de samenwerking opgezocht met Lego. Het Deense bedrijf staat bekend om zijn sterke focus op ethiek en de bescherming van privacy van kinderen. Dat heeft de interesse van het Chinese bedrijf gewekt. Wij moeten op onze beurt niet bang zijn van hen te leren en ook zelf het initiatief nemen. Er liggen veel kansen in China. Bovendien kunnen we zo invloed uitoefenen op hun technologieën en diensten die wellicht in de nabije toekomst van enorm van belang zijn voor onze maatschappij. We kunnen er via deze weg onze ethische stempels op drukken.”

5. Bescherm de eigen gouden eieren

Een van de manieren waarop China naar de Made in China 2025-doelen toewerkt, zijn overnames van Europese bedrijven. Een goed voorbeeld is de overname van het Duitse bedrijf Kuka. “Kuka was als een toonaangevend roboticabedrijf precies het soort high-end Europees productiebedrijf dat volgens velen niet aan de Chinezen en hun groeiende ambities in de wereld van de automatisering moest worden verkocht.

Die overname was een wake-upcall voor politici als Angela Merkel, die opriepen tot maatregelen om de eigen markt te beschermen. Terecht, als dit soort Industrie 4.0-bedrijven in Chinese handen terechtkomt, waar kunnen we hier dan nog aan verdienen? Wat mij betreft is het verstandig een EU-board aan te stellen die investeringen vanuit China beoordeelt. Zodat ze niet al onze gouden eieren afpakken.”

Meer weten over intelligent technologieën, wat ze betekenen en wat uw organisatie hiermee kunt bereiken? Klik hier.

Reageren is uitgeschakeld omdat er geen cookies opgeslagen worden.

Cookies toestaan Meer informatie over cookies