Don’t mess with the Swinkels’ family

Don’t mess with the Swinkels’ family

[Sponsored Story]

Vorig artikel Volgend artikel

De letter ‘c’ is het enige verschil tussen de naam van het bier Swinckels’ en de familie die het brouwt. Een familie die vanuit een klein Brabants dorp een internationaal bierbedrijf opbouwde, maar waar belangrijke beslissingen nog steeds aan de keukentafel van tante Corrie worden genomen. Wat is het geheim van de Swinkelsjes? De neven Noud, Broos, Romke en Lodewijk lichten een tipje van de sluier op.

We zitten aan een tafel in de hoek van het Brouwerij Café in Lieshout. Hier heb ik afgesproken met de vier Swinkels-telgen, die allemaal behoren tot de zevende generatie die sinds 2007 het op één na grootste brouwbedrijf van Nederland runt. Broos Swinkels is de strategisch inkoper en is ook de enige die op tijd is. Hij rondt nog wat zaken af op zijn laptop en groet me hartelijk. "De anderen komen er zo aan" zegt hij met een lichte, maar charmante stotter in zijn stem. "Daar heb je Lodewijk al". Lodewijk is brouwer van het stel, een echt no-nonsense type, eentje die houdt van aanpakken. Ik krijg een stevige hand. Iets later arriveert ook Romke, de commercieel manager. Een vlotte man met een vriendelijke blik. "Ben ik een beetje laat? Broos: "Noud is nog later, zal ik even bellen waar hij blijft?"

brouwerij-in-bloei

Brouwerij in bloei

Het is dus nog wachten op de rest, maar ondertussen hebben de mannen al genoeg te vertellen. Hoe was dat nou, opgroeien in de familie Swinkels? Opgroeien naast en op de brouwerij in Lieshout? Wat voor buitenstaanders bijzonder was, was voor henzelf in die tijd juist de normaalste zaak van de wereld was. De brouwerij stond in volle bloei. Ooms die in huizen naast het bedrijfsterrein woonden. Aan drie kanten van de brouwerij woonde familie. Het was heel makkelijk om iemand uit de tuin te plukken om etiketjes naar de vuller te brengen of blikjes rechtop te zetten die uit de pasteur kwamen. Broos: "Het huis van tante Corrie staat er nog als een van de weinige". De 85-jarige ongetrouwde dochter van Frans Swinkels woont nog steeds in de karakteristieke villa. De andere huizen op het brouwerijterrein zijn vanwege de uitbreiding afgebroken. Er was toen nog geen hek om het terrein heen. Als kind ging je vaak gewoon mee. Meehelpen was een vanzelfsprekendheid.

bier-swinckels

Niet vragen maar doen

Dan komt ook neef Noud binnen, hij is Directeur Special Accounts. De grappen over zijn weekend vliegen al snel over tafel. De mannen lachen, met pretogen; er is duidelijk een bijzondere chemie tussen de vier heren. Hoewel ze allemaal Swinkels heten beschikken ze over verschillende talenten. Een man van het ambacht, een man van de horeca, een man van de commercie en een man van de inkoop. "We zijn niet allemaal volle neven, maar zo voelt het wel", zeg Broos. "Noud, Romke en ik hebben dezelfde opa: Frans. Lodewijk is een kleinzoon van Jan. Er zijn drie staken." Voor de neven is het dan ook lastig om typische kenmerken te noemen die zouden passen bij een bepaalde tak van de familie. Wél zijn er Swinkels-trekjes die de hele familie kenmerken, Lodewijk: "Niet vragen, maar doen". Romke: "En ondernemend zijn". Broos: "Eigenwijs".

Typisch Swinkels? Niet vragen maar doen. En ondernemend zijn, eigenwijs.
swinckels-tante1

Thuis bij tante Corrie

We wandelen een stukje en staan voor het huis van tante Corrie, een belangrijk huis voor de familiehistorie. Het is een imposante vooroorlogse villa met een prachtige entree. Corrie zelf doet open, een charmante oude dame met een lieve glimlach. Ze is zichtbaar opgetogen dat haar vier neven onverwachts op de stoep staan. Niet veel later zitten we aan de langgerekte familietafel in de enorme woonkamer. Aan het klassieke interieur lijkt de laatste halve eeuw niets te zijn veranderd: glas-in-lood, zware eikenhouten meubels, een flinke verzameling Mariabeelden en veel zwart-wit foto’s in lijstjes. Een levensgroot portret van Frans Swinkels, de vader van tante Corrie en de opa van Broos, Noud en Romke, hangt boven het dressoir. In de hoek staat - hoe kan het ook anders - een tap. Het duurt niet lang voordat Noud een paar vers getapte biertjes op tafel zet en ook tante Corrie proost mee. Ze heeft een paar oude fotoboeken uit de kast gehaald en vertelt honderduit over grote en kleine familiegeschiedenissen die ze als geen ander uit haar hoofd kent.

"Al die broers en neven kwamen hier vroeger bij elkaar met de vrouwen en kinderen erbij", vertelt Noud. "Het was een zoete inval. En je kunt het je niet voorstellen, maar hier aan deze tafel werden keiharde zaken afgesproken waar de hele familie bij was. Dat ging met veel plezier, maar er brak ook wel eens een tafel door midden. Die familiesfeer van toen mis ik nog wel eens." Broos: "Maar wij zoeken elkaar nog steeds op in het bedrijf. Als er iets aan de hand is, bel ik eerder met mijn familie. Dan zijn we er voor elkaar." Romke: "Nog steeds vergadert de directie hier regelmatig. De traditie wordt dus tóch een beetje voortgezet. Terwijl de andere huizen door de groei van het bedrijf moesten wijken, zal het huis van tante Corrie zeker bewaard worden. Het is hier nog precies als vroeger: echt een monumentje.

Brouwers in de familie

We lopen het terrein van de brouwerij op. De neven tonen me de gebouwen waar het Swinckels’ bier gebrouwen wordt. Het watergebouw, de eigen mouterij, de brouwerij, maar ook het oude Brouwhuis 1 met beeldschone koperen ketels, die een oom (voor veel meer geld dan begroot) ooit heeft ingekocht in Duitsland. Ze zijn trots op hun bedrijf, dat is te zien. Ze vertellen van alles over de gebouwen, het brouwproces van vroeger en nu.

Hoe vanzelfsprekend het leven en werken op de brouwerij ook was, toch voelden ze minder druk om in de zaak te gaan werken dan hun vaders. Romke: "Mijn vader wilde eigenlijk dierenarts worden, maar dat was eigenlijk geen optie. Hij zou economie gaan studeren, dat was een gegeven. Nu is dat niet meer zo. Doe wat je wilt en als je bij de brouwerij wil werken moet je bewijzen dat je van waarde kunt zijn." Broos: "Iedereen heeft zijn eigen talenten." Lodewijk: "De familie is zo groot. We kunnen niet zomaar meer voor iedereen een plekje maken, want eerst waren er drie broers, toen zeventien neven en nu 28 neven en nichten." Noud: "De directie heeft met hun familiaire gevoel mensen in de brouwerij op plekken gezet naar hun eigen kunnen en professie. Dat doen ze goed. Lodewijk is bijvoorbeeld goed in proeven en bierbrouwen." Romke vindt het belangrijk dat er een brouwer in de familie zit: "Er is niets zo mooi als een familielid dat brouwer is. Dat is echt zo, Lodewijk."

Trots op Swinckels’

De heren zijn er erg trots op dat er op de brouwerij de laatste jaren ook een eigen Swinckels’ bier wordt gebrouwen. Romke: "Ik kreeg de opdracht om het in de markt te zetten en toen de zesde generatie afscheid nam van de brouwerij hebben we het gepresenteerd als een soort cadeau. Ik kreeg een A4’tje mee met wat tekeningen en randvoorwaarden. Het moest een super premium pils worden, met de eigen familienaam. Ik kreeg een zak geld en een tijdslimiet mee en ze wensten me veel succes." Niet vragen, maar doen, is zoals de heren al zeiden typisch Swinkels. Brouwer Lodewijk: "Bij het brouwen van Swinckels’ werken we met speciale hopsoorten waardoor het voor een pilsener een zeer karakteristieke smaak krijgt. Van mij had die nóg uitgesprokener gemogen, maar ik ben dan ook een creatieveling." Broos, strategisch inkoper van die grondstoffen, vult Lodewijk aan. "Als het om Swinckels’ gaat, moet de kwaliteit nog beter zijn. Alles moet alles kloppen. Het bier draagt onze naam, dus we zijn heel kritisch."

Als het gaat om Swinckels’, dan moet de kwaliteit nóg beter zijn.
- Broos
PW6A3164
Reageren is uitgeschakeld omdat er geen cookies opgeslagen worden.

Cookies toestaan Meer informatie over cookies