Drie stappen om je kinderen veilig te laten internetten

Onze kinderen zijn opgegroeid zonder enig besef van een tijd voor het internet. Dat is te gek voor ze, want zo kunnen ze straks optimaal gebruik maken van alles wat het net te bieden heeft, maar het heeft ook een schaduwzijde: ze gaan misschien iets te makkelijk mee in wat er allemaal mogelijk is.

Net zoals de jeugd iets te goedgelovig is, hebben ze iets te veel vertrouwen in wat ze zien en lezen op het internet. We geven je drie handvaten om te zorgen dat je kids weten wat wel en niet OK is op het net.

1. Begin vroeg met bewustwording

Als je kinderen al bijna naar de middelbare school gaan is het te laat voor dit, maar het is wel waar: je kunt je kinderen beter vroeger dan later duidelijk proberen te maken dat niet alles is wat het lijkt op internet.

Tussen de twee en zes jaar is het vooral een kwestie van in de (virtuele) zandbak houden. Een portaal of app zoals mybee is daar uitermate geschikt voor, want die is niet opgezet om geld te genereren. Dat geldt niet voor populaire bestemmingen voor kinderen als Habbo Hotel of Roblox, waar microtransacties op de loer liggen. Dat betekent: echt geld betalen voor virtuele goederen of spelletjes.

Je kunt op dat moment ook al proberen om de waarde van (virtueel) geld duidelijk te maken, maar dat blijft toch een lastig concept voor kinderen, zeker omdat de makers van entertainment-producten er alles aan doen om de monetaire transactie zoveel mogelijk te verbergen.

Het is ook verstandig om te kijken of het internet abonnement dat je provider aanbiedt misschien wat extra veiligheidsfuncties heeft. Het zijn dingen waar je misschien toen je het afsloot niet mee bezig was, maar er zijn vaak meer opties dan je denkt!

2. Stel duidelijke regels op

Een kind moet weten wat OK is en wat niet. Heldere regels helpen daar bij, zeker als een kind zich buiten de afgesloten zandbak beweegt. Dan is het intensief, maar wel verstandig om het internetgebruik van je kind te monitoren.

Dat betekent dat er gevraagd moet worden om op het internet te gaan en – heel belangrijk – dat helder is voor hoe lang. Los daarvan wil je natuurlijk vooral dat de content die je kind ziet veilig is, dus dan is zelf een middag met je kind checken wat het wil zien en doen verstandig. Zo kun je een lijstje maken van dingen waar je zelf ook senang mee bent.

Als er wat meer eigenzinnigheid aan te pas komt wordt het steeds moeilijker om te bepalen wat je kind wel of niet kan zien. Dan is het vooral belangrijk om te blijven praten over wat er online gebeurt, goed én slecht.

Dat is ook wel het ideale moment om je kind duidelijk te maken dat er dingen zijn als phishing, auteursrecht, cyberpesten, en dat het dus belangrijk is om persoonlijke informatie (en die van anderen) niet zomaar uit te delen aan mensen die vriendelijk lijken.

3. Blijf communiceren

Als je kind social media gaat gebruiken, zorg dat je in elk geval in eerste instantie betrokken bent bij het proces en weet wat bijvoorbeeld de privacy-instellingen van zoon of dochter’s profiel zijn. Dat gaat wel ook twee kanten uit: je moet op een gegeven moment ook zelf niet zomaar meer foto’s gaan plaatsen van de kids zonder dat ze daar iets over te zeggen hebben. Zij staan voor altijd op internet, niet jij.

Het is een lastig parket, want er is zo veel te vinden op het net dat niet voor kinderogen bedoeld is en de natuurlijke nieuwsgierigheid zal er toch voor zorgen dat sommige van die dingen gezien worden. Dat hoort er op een gegeven moment ook wel gewoon bij: je kunt je kind niet eeuwig beschermen tegen het boze internet.

[Afbeeldingen © 5nikolas5 – Adobe Stock]