Redactie Dutchcowboys
De redactie van Dutchcowboys is te bereiken via redactie@dutchcowboys.nl
Als consument kijk je er nooit naar, maar barcodes zijn onmisbaar. Het is een uniforme manier om wereldwijd producten te kunnen herkennen. Bedacht in 1973 en sinds 1976 ook niet meer uit Nederland weg te denken. Maar al die barcodes vragen ook om een centrale database aan informatie en dat is GS1 Data Source.
GS1 Data Source
Via internationaal netwerk GS1 Data Source wisselen leveranciers en afnemers gegevens over producten uit. Zo beschikt iedereen over dezelfde informatie en wordt die data ook op dezelfde manier geïnterpreteerd. Dit helpt leverancier en afnemers ervoor dat de juiste artikelen op de juiste plek aankomen en om dit logistieke proces te monitoren en optimaliseren.
Als consument heb je ook iets aan deze data, want wie online shopt krijgt toegang tot bepaalde informatie zoals de artikelcode, afmeting, ingrediënten, allergenen of gewicht.
Wanneer iedereen zijn data op dezelfde manier invoert en dat consequent up-to-date houdt, zou de data in GS1 Data Source van hoge kwaliteit zijn. Maar blijkbaar is dat niet zo. Met ongeveer dertig procent van de artikelen in GS1 Data Source is iets mis. Dat zegt Maurice van der Leeden van Detailresult. En wanneer er iets mis is met de artikelen, dan merk je in de hele keten de consequenties daarvan. Er is echter een oplossing: met het programma DatakwaliTijd 2.0 kunnen problemen bij de bron aanpakken worden om te voorkomen dat het dweilen met de kraan open is.
Maurice van der Leeden van Detailresult, van de supermarktformules DekaMarkt en Dirk van den Broek zegt dat het aantal leveranciers dat zijn artikeldata via GS1 Data Source aanlevert, verschilt per productgroep. Van onze non-foodleveranciers is niemand aangesloten op de datapool, als het gaat om het assortiment kruideniersartikelen zitten we op 60 tot 70 procent. Dat percentage kan en moet omhoog, maar liever nog gaat de kwaliteit van de data omhoog. Bij 30 procent zou de data in de database onjuist zijn of zou essentiële informatie ontbreken. Nu deze data ook online wordt gebruikt, wordt de kwaliteit ervan alleen maar belangrijker.
Artikeldata online
Waar vroeger het logistieke proces de belangrijkste reden was voor goede data, is dat nu ook online bij gekomen. Van verkeerde online productinformatie wordt niemand blij, de retailer niet, de leverancier niet en de consument al helemaal niet. In een winkel kunnen mensen een product vastpakken en van alle kanten bekijken. Op basis daarvan creëren consumenten een beeld van dat product. Op internet zullen klanten meer informatie uit de aanvullende tekst halen om zich een beeld te kunnen vormen. Artikelen met beperkte productinformatie worden minder vaak aan het online winkelwagentje worden toegevoegd, zo blijkt uit onderzoek. Als ook nog eens foto’s ontbreken, wordt de drempel om het artikel te kopen alleen maar hoger.
Binnen Detailresult is datakwaliteit een belangrijk onderwerp, maar het is niet echt een sexy thema, zo vertelt Van der Leeden. Het is niet het eerste waar onze commerciële mensen aan denken als ze ’s ochtends binnenkomen. Pas als er iets mis is, valt datakwaliteit op. Voor GS1 Data Source is daarom het kwaliteitsprogramma opgezet. Het doel is om het aantal foute of onvolledige gegevens in de datapool drastisch te verminderen. Leveranciers zullen zelf in actie moeten komen. Dat kan echter veranderen nu we dankzij DatakwaliTijd 2.0 meer harde cijfers krijgen over de datakwaliteit.
Van der Leeden is blij met DatakwaliTijd 2.0. Een belangrijk onderdeel daarvan is dat sinds kort de data van alle nieuwe artikelen volledig worden gecontroleerd. Wat wij zelf nog te weinig doen, is problemen met artikeldata terugleggen bij de bron: de leveranciers. Vaak proberen we problemen zelf op te lossen, maar beter is natuurlijk om direct de oorzaak aan te pakken. Anders is het dweilen met de kraan open.