​Machines die machines maken: van massaproductie naar digitale fabricage

​Machines die machines maken: van massaproductie naar digitale fabricage

Vorig artikel Volgend artikel

Technologische innovaties volgen elkaar in rap tempo op en hebben een grote impact op onze maatschappij. Voor innovators is dit het tijdperk van onbegrensde mogelijkheden en perspectieven. Dutch Cowboys spreekt de komende weken een aantal inspirerende, innovatieve partijen – met een Nederlands tintje – in de aanloop naar Campus Party.

Tijdens dit vijfdaagse 24/7 techfestival werken 5.000 jonge techtalenten in hackatons, workshops en challenges aan de oplossingen voor de toekomst. Er is uitgebreid aandacht voor nieuwe technologieën, zoals 3D-printen, virtual reality en robotica, en digitaal entertainment in de vorm van gametoernooien, droneraces en cosplayclubs. Kijk voor meer informatie op www.campusparty.nl.

In dit gesprek: Nadya Peek, promovenda aan het Center for Bits and Atoms van het Massachusetts Institute for Technology (MIT). Peek studeerde aan de Kunstacademie, maar stapte over op Kunstmatige Intelligentie aan de Universiteit van Amsterdam. Daarna kon ze aan de slag bij MIT. Ze geeft veel lezingen over digitale fabricage.

De wereld van het maken van dingen verandert snel. De meeste producten die we nu kopen, worden nog steeds in massa geproduceerd. Die methode staat onder druk. Digitale fabricage maakt het mogelijk om steeds meer producten zelf te maken. Nadya Peek doet in het Center for Bits and Atoms van MIT promotieonderzoek naar deze technologische trend, waarvan de 3D-printer op dit moment de belangrijkste driver is.

Nadya wijst erop dat deze printers aanvankelijk erg kostbaar waren, maar dat de prijzen inmiddels enorm zijn gedaald. “Wij hadden in ons lab een professionele printer van 20.000 dollar staan, tot een paar studenten er zelf een bouwden van rond de 2.000 dollar. Daardoor waren onderzoekers niet langer afhankelijk van een kostbaar systeem.” Wat volgens Peek de laatste jaren opvalt, is dat de technologie op zich niet erg verandert, maar wel de maatvoering van apparaten en het gebruiksgemak. In het lab waar zij werkt, staat een vijftien jaar oude 3D-scanner van Minolta met de omvang van een magnetron. Kosten: 40.000 dollar. Nu gebuikt Nadya een simpele en heel praktische handheld scanner van 250 dollar.

Volgens haar is digitale fabricage veel eenvoudiger te leren dan een ambacht, omdat een computer het meeste werk doet. Een houtbewerker moet bijvoorbeeld veel oefenen om goed in zijn vak te worden. Dat is bij digitale fabricage veel minder van belang. Zij verwacht dan ook dat individuele fabricage steeds meer om zich heen gaat grijpen. In de Verenigde Staten zijn de Maker Faires erg populair, waar hobbyisten hun zelf gebouwde robots, drones of andere apparaten demonstreren. Zij kopen alle onderdelen los en assembleren die tot een volledig individueel, eigen product.

Machines that make 01
Machines that make 02
Machines that make 03
Machines that make 04
Machines that make 05

Nadya werkte de afgelopen jaren onder meer aan het project ‘Making Machines that Make’. Daarbij is het doel om verschillende soorten machines en machine-infrastructuur te maken, waaronder consumentenversies. Ze zijn onder meer te zien in de bekende fab labs, een initiatief van Neil Gershenfeld, de directeur van het Center for Bits and Atoms. “Tot nu toe wordt de manier waarop we technologie gebruiken, nog erg bepaald door een kleine groep mensen”, zegt Nadya. “Met digitale fabricage kunnen we dat veranderen. Het neemt de traditionele drempels weg van hoe we producten maken. Het project ‘Making Machines that Make’ gaat om ‘rapid prototyping’. Hiermee kun je heel snel een machine ontwerpen en bouwen, die op haar beurt weer een andere machine kan maken.” Binnen de fab labs zijn daar verschillende voorbeelden van. Zo gebruikten studenten een basismachine van Peek en haar collega James Coleman op basis van hard karton en elektronica, en bouwden er alternatieve systemen mee om bijvoorbeeld een tekenrobot te maken.

Een ander voorbeeld waar Nadya aan werkte, is de Popfab, een multitool in de vorm van een koffer, zodat je die overal mee naartoe kunt nemen. De Popfab is een beweegbaar platform dat aangestuurd wordt door een computer. Je kunt er verschillende toolheads op aansluiten en de koffer dan gebruiken als 3D-printer, vinylsnijder of CNC-frezer. Met deze voorbeelden willen Peek en haar groep bij MIT het belang laten zien van de toegankelijkheid van hardware. Hoe toegankelijker de hardware, hoe meer je ermee kunt experimenten.

Betekent deze trend het eind van de massaproductie? Volgens Nadya is het nog niet zover. “Een van de zaken die we bijvoorbeeld nog moeten oplossen, is kwaliteitscontrole. Fabrieken moeten aan allerlei regels voldoen, zodat producten veilig zijn. Dat is eenvoudiger als je op centrale plekken produceert.” Toch zijn er volgens Nadya ook multinationals die met veel belangstelling kijken naar wat er bij haar afdeling van MIT gebeurt. “Ook grote bedrijven zoeken naar meer maatwerk bij hun productie, omdat het scheelt in voorraad en transport.”

Meer over de projecten van Nadya vind je op haar eigen website en op de site van het Center for Bits and Atoms van MIT.

Reageren is uitgeschakeld omdat er geen cookies opgeslagen worden.

Cookies toestaan Meer informatie over cookies