​PNR: fopspeen in plaats van veiligheid

​PNR: fopspeen in plaats van veiligheid

Vorig artikel Volgend artikel

In de nasleep van de aanslagen in Parijs kwam beetje bij beetje informatie over de daders naar buiten. Helaas het bekende verhaal, dat we de laatste paar jaren na alle aanslagen horen. De daders waren al langere tijd bekend bij de inlichtingendiensten, maar niet bij die van het juiste land. De beschikbare informatie was niet gedeeld tussen de landen. De burgemeester van het Belgische Molenbeek had al een maand voor de aanslagen een lijst in handen met namen en adressen van ruim tachtig potentiële terroristen, waaronder enkele van de aanslagplegers. Frankrijk werd niet op de hoogte gebracht, en België ondernam geen actie. De oplossing ligt voor de hand: betere gegevensuitwisseling tussen de geheime diensten van Europese lidstaten, zodat wij gezamenlijk een doeltreffend antwoord kunnen bieden op grensoverschrijdende misdaad en terrorisme. Criminelen en terroristen hoor je nooit zeuren over culturele verschillen of taalproblemen, die werken naadloos samen over de grenzen heen. Politie en inlichtingendiensten blijven daarentegen op hun eilandjes zitten.

Maar die boodschap is aan dovemansoren gericht. Na iedere aanslag klinkt in veel lidstaten dezelfde Pavlovreactie: 'meer gegevens opslaan en meer bevoegdheden voor de inlichtingendiensten!' Dat is niet alleen weinig effectief, maar ook weer een verdere inperking van de zo bevochten vrijheden en rechten van Europese burgers. Helaas doen nationale regeringen graag aan symboolpolitiek. Parijs werd cynisch aangegrepen om de druk in de onderhandelingen, tussen Europees Parlement, Commissie en lidstaten, over een Europees systeem van opslag van passagiersgegevens (PNR) op te voeren, terwijl er geen enkel verband was tussen die aanslagen en gegevensopslag. Passagiersgegevens worden bovendien vooral gebruikt voor de strijd tegen andere misdaad.

Begin december werd een akkoord gesloten voor grootschalige opslag van passagiersdata. De voorstellen van D66 voor verplicht delen van informatie, gerichte gegevensopslag, en adequate rechtsbescherming voor burgers werden terzijde geschoven. Op 10 december nam de Commissie voor Burgerlijke Vrijheden (LIBE) het voorstel aan, waardoor een kans werd gemist voor een systeem van gegevensopslag dat zowel echte veiligheid brengt, als de grondrechten respecteert. De eindstemming in het voltallige Parlement in januari of februari biedt helaas weinig zicht op verandering in de standpunten van de Europese fracties over PNR.

2015 is nog niet voorbij, maar de PNR-database maakt een goede kans om de schijnvertoning van het jaar te worden. Voorstanders van het systeem spelen mooi weer door te stellen dat met stapels data alle aanslagen kunnen worden voorkomen. Dat is pure fictie. De effectiviteit van massale gegevensopslag voor het voorkomen van aanslagen is nooit aangetoond. In de database worden ook alle passagiersgegevens van vluchten binnen de EU opgenomen. Onnodig, want minder dan tien procent van het passagierstransport binnen de EU gebeurt per vliegtuig. De aanslagplegers uit Parijs reisden ongestoord per auto de Frans-Belgische grens over.

Daarnaast lopen de kosten van het opzetten van de systemen voor opslag van de gegevens hoog op. Volgens een inschatting van de Commissie zal het onderhouden van het systeem de Europese lidstaten meer dan 70 miljoen euro per jaar kosten. Ook luchtvaartmaatschappijen zullen miljoenen euro's moeten bijdragen.

Grootschalige dataopslag is daarmee gewoonweg een dure vorm van symboolpolitiek. Wat er wel nodig is? Delen van beschikbare informatie. Gericht gegevens opslaan op basis van risico, in plaats van de hooiberg steeds groter te maken. Investeringen in 'human intelligence', in mensen die weten wat er in de probleemwijken speelt. Een grondige evaluatie van het bestaande pakket aan anti-terreurmaatregelen. Duidelijke waarborgen voor de rechten van Europese burgers in het geval van dataopslag.

De vorm van PNR die nu uitgerold gaat worden over Europa is in ieder geval niet de oplossing. Het is een fopspeen in plaats van veiligheid. Bovendien is er terechte vrees dat de Richtlijn juridisch ondeugdelijk is, en door het Europese Hof van Justitie afgeschoten kan worden. Er wordt dan dezelfde fout gemaakt als in 2005, toen na de Londense aanslagen in een sfeer van angst in grote haast en slordig de Richtlijn Bewaarplicht Telecomgegevens werd doorgedrukt. Ook die werd door de rechters naar de prullenbak verwezen. Als wetgever moeten we waken voor de kwaliteit van wetten. Nu is het wachten op de eerste 'Max Schrems' die naar de rechter stapt.

Eerder schreef Sophie in 't Veld een blog over alle mythes die rondgaan over PNR. Die is hier te lezen.

[Afbeelding © kentoh - Fotolia]

Sophie in 't Veld

Sophie in 't Veld is fractievoorzitter voor D66 in het Europees Parlement en vicevoorzitter van de Europese liberalen (ALDE). In 't Veld is woordvoerder...

Reageren is uitgeschakeld omdat er geen cookies opgeslagen worden.

Cookies toestaan Meer informatie over cookies