Leerlingen opleiden voor functies die straks niet meer bestaan

Vorig artikel Volgend artikel

Nederlands onderwijs moet IT- en technologievaardig worden om aan te sluiten op arbeidsmarkt.

Het Nederlandse onderwijs loopt het gevaar leerlingen op te leiden voor functies die in de toekomst een compleet andere invulling krijgen. Door de technologische revolutie wordt de hele arbeidsmarkt op zijn kop gezet. Vooral het middelbaar beroepsonderwijs loopt het risico in hoog tempo irrelevant te worden door de razendsnelle ontwikkelingen op technologisch gebied, waarbij leerlingen steeds IT-vaardiger worden, terwijl een groep leraren vasthoudt aan oude methodes van lesgeven omdat ze deze vaardigheden ontberen. De technologische oplossingen voor dit probleem zijn er al, maar de scholen moeten er wel voor open staan.

Leerlingen opleiden voor functies die straks niet meer bestaan

De basisvaardigheden van deelnemers aan het voortgezet en middelbaar onderwijs zijn vaak al veel verder ontwikkeld dan die van hun leraar. Het personeel vergrijst en het aantal leerlingen krimpt. Het gebrek aan technologische innovatie op scholen is er mede oorzaak van dat leerlingen minder gemotiveerd zijn. Conservatieve docenten bereiden de leerlingen voor op de maatschappij van gisteren in plaats van die van morgen. Die tegenstelling moet worden opgevangen, maar dat moet wel door de scholen zelf in beweging worden gezet. De leraren die nu voor de klas staan, hebben vaak een vaste lesmethodiek, waar ze moeilijk vanaf te brengen zijn, terwijl de tijd om een volledig nieuwe vormgeving van het schoolsysteem vraagt. Een systeem dat gebruik maakt van moderne leermiddelen, dat aansluit op wat de toekomstige arbeidsmarkt nodig heeft en dat op een effectievere manier omgaat met de tijd van zowel de leerlingen als de leraren.

Gepersonaliseerd digitaal onderwijs
Maar hoe leid je leerlingen op voor een arbeidsmarkt waar je niet zonder technologie kunt, terwijl leraren daar onvoldoende kennis van hebben? Een mogelijke route is het opnieuw opleiden van leraren om deze vaardigheid alsnog te verkrijgen. Maar dat is slechts het begin, want de leerlingen hebben die vaardigheden nu al. De volgende stap is het implementeren van 'het nieuwe onderwijs'. Onderwijs op basis van digitale content en met digitale hulpmiddelen. Gepersonaliseerd onderwijs, in een digitale persoonlijke leeromgeving. In deze omgeving kan een leerling leren en ontwikkelen op basis van zijn of haar eigen persoonlijke behoeften als het gaat om leertempo, niveau, inzet, ambitie en motivatie. Zo is de leerling in staat om zijn of haar eigen talenten te ontwikkelen en kan de leraar zich meer als coach opstellen. Er bestaan al

gepersonaliseerde onderwijsmethoden, waarin wordt bijgehouden waar een leerling staat in zijn ontwikkeling en wat hij nodig heeft. Helaas ondervinden deze nieuwe lesmethodes nog veel weerstand. Kortom: de randvoorwaarden voor het nieuwe onderwijs zijn er wel, maar het wordt geremd door de groep mensen die het in de praktijk moet gaan brengen.

In het vizier van de overheid
Gelukkig zijn er tegenwoordig allerlei initiatieven om het onderwijs te digitaliseren, zoals het Doorbraakproject Onderwijs en ICT, een samenwerkingsverband tussen de PO-raad, VO-raad en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Economische Zaken en Kennisnet.nl, de publieke ICT-partner voor het onderwijs. De bedoeling is dat door inspanning en samenwerking van publieke én private partijen de ambitie van maatwerk voor leerlingen werkelijkheid wordt. Het doel? In 2017 moeten scholen in primair en voortgezet onderwijs beter in staat zijn om met ICT en digitaal lesmateriaal een leerling maximaal zijn of haar talenten te laten ontplooien. Leraren moeten dan in staat zijn een hoger rendement te halen uit een lesuur en weten hoe zij de techniek daarbij kunnen inzetten. Ontwikkelaars van lesmateriaal moeten zo meer vertrouwen in hun verdienmodel voor digitaal, gepersonaliseerd lesmateriaal en eenvoudig kunnen aansluiten op de vraag van het onderwijs. 

De financiën
Wat veel schoolbesturen nog in de weg staat bij het implementeren van moderne leermiddelen, zijn de kosten. Dat heeft echter voornamelijk te maken met verouderde financieringsmodellen, waarbij de school eerst spaart, dan koopt en vervolgens na vijf jaar, en waarschijnlijk al veel eerder, met verouderde apparatuur zit opgescheept. Tablets, laptops en software kunnen veel beter geleased worden. Zo weten scholen zich verzekerd van technologie die up to date is en weten ze precies wat de exploitatielasten zijn. Een dergelijk leaseplan laat zich eenvoudig financieren en betaalt zich binnen korte tijd terug. Want zeg nou zelf: wie stuurt zijn kinderen naar een school die hen voorbereidt op een wereld die niet bestaat?

Dit blog is geschreven door Sven Boluijt, Sector Sales Specialist Onderwijs bij Econocom Nederland B.V. 

Afbeelding via Flickr (CC)

Reageren is uitgeschakeld omdat er geen cookies opgeslagen worden.

Cookies toestaan Meer informatie over cookies