Voorbij de cyberhype

Vorig artikel Volgend artikel
Voorbij de cyberhype

Het is tegenwoordig onmogelijk om het nieuws te volgen zonder te worden geconfronteerd met ‘cyber’ gerelateerde onderwerpen. In 1994 wordt het woord cyberspace voor het eerst in de Nederlandse taal gebruikt. Inmiddels is het niet meer weg te denken. Cyberoorlog, cyberseks, cybercriminaliteit, cyberfeminisme: slechts enkele in een lange lijst van woorden die de afgelopen jaren aan onze vocabulaire zijn toegevoegd. Maar wat betekent het eigenlijk, meer dan ‘iets met internet’? Het gebruik is eindeloos, maar niet altijd onschuldig.

De Amerikaanse minister van Defensie Leon Panetta waarschuwde vorig jaar voor een ‘cyber Pearl Harbour’. Ook spreekt men van een ‘Koude Cyberoorlog’, waarbij Moskou inmiddels door Shanghai is vervangen.

Het Pentagon en andere ministers van Defensie gebruiken bekende oorlogsmetaforen, om bestaande veiligheidsdoctrines en definities van oorlogsdaden op te rekken naar cyberaanvallen. Dergelijke retoriek kan ook worden gebruikt om de sterkst mogelijke reactie te legitimeren, waaronder ook preventieve aanvallen. Een cyberwapenwedloop dreigt.

We moeten oppassen dat cyber niet tot een andere ruimte, een andere wereld, met een eigen jargon gemaakt wordt. Technologieën zijn tenslotte onderdeel van ons dagelijks leven: zaken doen, onderwijs, culturele ervaringen en van politieke betrokkenheid.

Vanwege deze verwevenheid zullen weerbaarheid en defensie juist moeten worden geïntegreerd en gestroomlijnd. Gelukkig hebben we geen cyberdemocratie nodig om cyberveiligheid te bewerkstelligen. In de meeste gevallen zijn de fundamenten voor een weerbare maatschappij al ingebed in onze wetten en regels.

Bedrijven worden steeds vaker geconfronteerd met uitdagingen die voorheen alleen op het bord van diplomaten of politici lagen. De commotie rondom de video ‘The Innocence of Muslims’ op YouTube illustreert dit fenomeen. Moeten bedrijven censuur toepassen onder druk van derde landen, en in hoeverre moeten onze overheden zich bemoeien met gebruiksvoorwaarden van diensten aangeboden door private partijen, zoals Google?

De commerciële belangen van Europese bedrijven kunnen direct ingaan tegen politieke belangen. Dit probleem kennen we op allerlei gebieden, maar gezien de snelle ontwikkelingen van technologieën loopt regelgeving vaak achter, of ontbreekt op politiek niveau kennis betreft de impact van dergelijke systemen. Massasurveillance, massacensuur, opsporings- en traceer technologieën: zoals ik in mijn vorige blog schreef worden Europese software ingezet om mensenrechten te schenden en kunnen deze technologieën tegelijkertijd onze eigen strategische belangen en veiligheid ondermijnen.

Het is tijd om een verdieping aan te brengen in het debat over veiligheid en technologie. Nieuwe technologieën veranderen onze samenleving snel. Onveranderd zijn echter de waarden en democratische principes waarop de EU is gestoeld. Daarom is een heldere visie op digitale vrijheid maar ook onze veiligheid essentieel. Digitale vrijheden en fundamentele rechten moeten worden versterkt, en niet geërodeerd in het licht van kwetsbaarheden en aanvallen. Plaatsgebonden rechtspraak, geworteld in de natiestaat, moet daarom worden herzien in de context van een wereldwijd verbonden wereld. Alleen een toevoeging van het voorvoegstel ‘cyber’ dekt de lading niet.

Marietje Schaake

Marietje is Europarlementariër voor D66 sinds 2009. Ze zet zich in voor digitale vrijheid. Het Europees Parlement steunde in 2014 haar voorstellen voor...

Reageren is uitgeschakeld omdat er geen cookies opgeslagen worden.

Cookies toestaan Meer informatie over cookies